Kinderopvang
Binnen de kinderopvang worden de kinderen gevolgd.
Bij de BSO gebeurt dit jaarlijks door middel van een evaluatie-instrument. Dit evaluatie-instrument komt in het kindwerkdossier van het kind. Hierbij worden de kinderen uitgebreid geobserveerd, waarbij ouders betrokken worden door middel van een vragenlijst. Daarnaast worden zij uitgenodigd voor een tien-minutengesprek om het welbevinden van het kind te bespreken. Als er eerder bijzonderheden zijn, is er eerder contact.
Bij de baby-dreumesgroep en de peuteropvang gebruiken wij voor het kind het BOSOS systeem. Wij kijken vanuit dit programma naar de individuele ontwikkeling van ieder kind. Middels observaties vullen wij dit gezamenlijk in en nemen wij onze bevindingen mee in onze gesprekken met ouders. Ook hier geldt als er bijzonderheden zijn is er eerder contact dan de afgesproken momenten. Wij maken hier al gebruik van een overdrachtsschriftje bij de jongsten. Ook het kindwerkdossier zal bij deze jongste kinderen starten.
Ieder kind binnen de kinderopvang heeft een eigen kinddossier. Hierin wordt niet alleen het welbevinden opgenomen, maar ook belangrijke informatie als toestemmingsformulieren, kindinformatie, eventuele medicijnverklaring en andere correspondentie.
Bij de overgang naar een de peuterspeelgroep of naar school volgt een warme overdracht. Dat wil zeggen dat pedagogisch medewerkers een persoonlijk overdrachtsmoment hebben met de betreffende leerkracht. Binnen het kindcentrum kennen we een doorgaande leerlijn waarin de verantwoordelijkheden verdeeld zijn tussen ouder, school en opvang. Informatie wordt dus gedeeld. Uiteraard alleen met toestemming van ouders.
De basisschool
U kunt uw kind na een informatief gesprek aanmelden via een aanmeldformulier. U krijgt dan een bevestiging van aanmelding en als uw kind 3 jaar en 10 maand is mag uw zoon/dochter komen wennen. Wettelijk is bepaald dat dit maximaal 10 halve dagdelen zijn.
Vanaf de eerste basisschooldag wordt de vierjarige goed gevolgd. We vinden het belangrijk regelmatig contact met de ouders te hebben. Voordat een kind start in de onderbouw hebben de leerkrachten een intakegesprek met de ouders. Ook volgen we kinderen door middel van observaties, zowel tijdens de individuele lessen als de groepslessen, tijdens spel binnen en buiten. Elke dag noteert de leerkracht relevante gegevens in de daarvoor bestemde kindadministratie. Tevens registreren we de individuele ontwikkeling van ieder kind in BOSOS. We toetsen met Montessorimateriaal en aanvullende materialen. Bij vragen rondom de ontwikkeling van kinderen kan in de onderbouw een methode-onafhankelijke toetsen afgenomen worden. Dit is het leerlingvolgsysteem van IEP taal en rekenen. Daarnaast in januari en juni de checklist leesproblemen. De uitslag kan aanleiding geven kinderen extra te begeleiden op de diverse onderdelen. Deze extra begeleiding wordt altijd vastgelegd in een handelingsplan en met u als ouder besproken.
Medio mei/juni nemen wij als school de beslissing om uw kind wel of niet naar de middenbouw te laten gaan. Als uw kind in de onderbouw blijft noemen we dat verlengde leertijd. Dit extra jaar zetten wij dan in om uw kind extra te begeleiden op de ontwikkelingsgebieden waar dat nog nodig is. Meestal zijn de kleuterklassen in het begin van het jaar nog niet zo vol. Doordat er het hele jaar door nieuwe kleuters aangemeld worden zijn de groepen in het voorjaar wel groter. Indien nodig starten wij met een instroomgroep voor 4 jarigen zodat zij in een kleinere omgeving kunnen starten.
Bereiken van individuele leerdoelen
Wij willen ons als Montessorikindcentrum breed verantwoorden: vanuit ons Montessori onderwijsconcept, onze Montessorivisie en vanuit onze Kosmische opvoeding en vredeseducatie. De opbrengst van ons onderwijs verantwoorden we daarom op basis van drie domeinen: kwalificatie (weten en doen), socialisatie (samenleven) en persoonsvorming (zijn). Wij werken ook vanuit het kader Tri-band Verantwoorden, waarmee we de kwaliteit van ons onderwijs en onze opvang kunnen verantwoorden op drie niveaus: op kind-, school- en bestuurs-(inspectie)niveau. Nieuw hierin is het specifiek verantwoorden tegenover kinderen. Kinderen moeten zelf begrijpen wat ze kunnen bereiken en krijgen meer eigenaarschap over hun algemene en persoonlijke leerdoelen.
Daarom gaan kinderen:
- leren een doel centraal te stellen, een uitdaging aan te gaan;
- werken met een kindwerkdossier om hun ‘bewijslast’ in te bewaren;
- leren zich eigenaar te voelen van hun eigen leerproces;
- leren plannen hoe ze een uitdaging aangaan; • bewijslast, bewijs van goed werk, aanleveren;
- leren evalueren, proces en product;
- feedback geven en ontvangen.
De leer- en ontwikkelddoelen leggen we vast in ons kindvolgsysteem.
Dossiervorming
Van elk kind is er een dossier op school. U kunt als u daaraan behoefte heeft op school het dossier van uw kind inzien. De gegevens worden twee jaar bewaard na het verlaten van de school. In dit dossier staan:
- Algemene gegevens
- Leerlingvolgsysteemkaart (overzicht van begeleiding binnen en buiten de school)
- Overdracht peutergroep
- Intakeformulier
- Toetsgegevens
- Bij extra begeleiding - HGW-gespreksformulier
- Kindprofiel, verantwoording van de begeleiding van uw kind
- Eventueel verslag van onderzoeken door externen
Ondersteuningsplan
Het beleid met betrekking tot begeleiding & zorg staat omschreven in het ondersteuningsplan van onze school. Ons kindcentrum participeert in het samenwerkingsverband IJssel | Berkel. Ons ondersteuningsplan wordt voor een belangrijk deel bepaald door het zorgbeleid van IJssel | Berkel. Ons uitgangspunt is dat medewerkers en ouders belangrijke partners zijn bij de ontwikkeling van kinderen. Ons ondersteuningsplan is zowel bij de kwaliteitscoördinator als bij de directeur te verkrijgen en staat op onze website. Het bestaat uit diverse onderdelen. Er is een algemeen plan, daaraan gekoppeld zijn de beleidsplannen met betrekking tot dyslexie, toetsbeleid, taalontwikkeling, rekenontwikkeling, veiligheid, burgerschap en het beleidsplan met betrekking tot de excellente leerling. Al deze plannen worden jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. Ook hier nemen wij u als ouder mee. Wij vragen u met klem om, indien u zorg heeft over de ontwikkeling of het welbevinden van uw kind, dit met ons te delen. Alleen dan kunnen we samen zoeken naar kansen en mogelijkheden.
Om te waarborgen dat de kinderen goed gevolgd worden binnen het kindcentrum worden regelmatig alle kinderen doorgesproken met de groepsleerkracht en de kwaliteitscoördinator. Uit deze besprekingen worden de kinderen geselecteerd die extra begeleiding nodig hebben, binnen maar ook buiten de school. Wij maken dan gebruik van HGW.
zorgroute of HGW-traject
Wij volgen al onze kinderen vanuit de 1-zorgroute. Dit betekent dat de groepsleerkracht vanuit observaties, op prestaties en toetsen signaleert en handelt. Als de ontwikkeling van kinderen vragen oproept waar de groepsleerkracht zelf geen antwoord op weet, zal hij/zij met u als ouder en met collega’s hierover in gesprek gaan. Vragen kunnen liggen op alle ontwikkelingsgebieden, dus cognitief maar ook sociaal-emotioneel en motorisch. Vanuit dat gesprek kan er opnieuw gehandeld worden.
(stap 1 en 2)
Blijven vragen onbeantwoord, dan kunnen zowel de ouders als de groepsleerkrachten een beroep doen op de kwaliteitscoördinator (KC-er). Met de KC-er worden de vragen in kaart gebracht en bekeken of er expertise binnen de school is die ingezet kan worden. Indien die expertise er niet is, schakelt de KC-er meer expertise in. Dit kan in de vorm zijn van het bijeenroepen van het ondersteuningsteam binnen het kindcentrum (dit team bestaat altijd uit de ouders, de groepsleerkracht, de KC-er, de orthopedagoog, adviseur inclusief onderwijs en gezinscoach of een andere vertegenwoordiger van Jeugdzorg/gemeente) of in overleg met ouders expertise inschakelen buiten de school.
(stap 3 en 4)
Deze hele route wordt ook wel het HGW-traject genoemd. HGW staat voor Handelingsgericht Werken en gaat uit van pedagogisch optimisme en geloof in de positieve ontwikkelingskracht van mensen. De begeleiding staat daarbij zo dicht mogelijk bij het kind, de ouders en de groepsleerkracht. Waarom heeft dit kind met zijn/haar mogelijkheden en beperkingen, uit dit gezin, op dit kindcentrum, bij deze groepsleerkracht, met deze medekinderen, deze problemen en hoe kunnen we zijn/haar mogelijkheden effectief benutten.
De extra begeleiding die kinderen op school krijgen, wordt vastgelegd in een kindprofiel, zowel tijdelijke begeleiding als structurele begeleiding. De extra inzet is in principe tijdelijk. Als blijkt dat de extra begeleiding structureel nodig is, wordt dit vastgelegd in een specifiek kindprofiel. Ook kan het zijn dat uw kind een heel eigen leerlijn heeft. Dit wordt dan ook vastgelegd in een specifiek kindprofiel. Het kindprofiel wordt twee keer per jaar geëvalueerd. Ouders krijgen deze toegestuurd per mail. Echt zittenblijven bestaat niet op onze school, wel kan het zijn dat kinderen verlengde leertijd krijgen binnen dezelfde jaargroep.Uw kind wordt in dat extra leerjaar extra begeleid op de ontwikkelingsgebieden waar dat nodig is en werkt dan in eigen tempo en op eigen niveau
NB: Voor kinderen met extra ondersteuningsbehoeften stellen wij een ontwikkelingspersfectiefplan (OOP) op. Dit is onderdeel van ons kindprofiel. Ouders hebben instemmingsrecht op het handelingsdeel. Het OOP wordt jaarlijks geevalueerd. Ook kinderen hebben hoorrecht. Dit betekent dat wij ook het gesprek met kinderen aangaan. Dit wordt verwerkt in het kindprofiel.
Er is een oudersteunpunt binnen het samenwerkingsverband IJssel/Berkel. Deze staat klaar om jou als ouder en je kind te ondersteunen.