Ontwikkeling volgens Maria Montessori
Ontwikkeling volgens Maria Montessori Ontwikkelingsfasen van het kind --> indeling van de groepen
Volgens Maria Montessori verloopt de ontwikkeling van mensen volgens een bepaald grondplan. Dit grondplan bestaat uit een aantal opeenvolgende fasen, die ieder mens doorloopt. Elk van deze fasen staat niet op zichzelf, maar legt de basis voor de volgende. In deze fasen zijn er periodes van verhoogde belangstelling voor bepaalde aspecten uit de omgeving. Deze periodes worden de gevoelige periodes genoemd.
De periode van 0-3 jaar: de schepper
In deze periode neemt het jonge kind informatie op uit zijn/ haar omgeving. Het kind doet de indrukken onbewust op. Die omgeving moet dan ook zodanig zijn, dat het kind er van kan profiteren. Het is belangrijk dat het kind veel indrukken en ervaringen op kan doen.
De periode van 3-6 jaar: de bouwer
Dit is de periode waarin kinderen bewust indrukken op doen. Het is de gevoelige periode van het opdoen van zintuiglijke ervaringen, voor waarnemingen in de omgeving, voor het leren van woorden en voor oefeningen uit het dagelijks leven. Het kind wil nu zelf handelen en heeft aandacht voor het precieze verloop van de handelingen. De periode van 6-9 jaar: de verkenner In deze periode willen kinderen zich aansluiten bij anderen. Gezamenlijke activiteiten ondernemen. Hun belangstelling voor normen, waarden en regels is groot. Ze zijn in de gevoelige periode voor het verzamelen van kennis.
De periode van 9-12 jaar: de wetenschapper
In deze periode gaat het kind verbanden zien tussen feiten waarmee het in aanraking komt en bouwt zo een wereldbeeld op. Het denkt na over de plaats van de mens in de wereld. De kinderen zijn in de gevoelige periode voor het verkrijgen van inzicht in de cultuur waarin ze leven. Montessorigroepen volgen de indeling zoals hierboven beschreven. We hebben dan ook geen verdeling van jaarklassen, maar spreken van onderbouw (groep 1 en 2), middenbouw (groep 3,4 en 5) en bovenbouw (groep 6, 7 en 8). Binnen een klaslokaal zitten dus kinderen van verschillende leeftijden en ontwikkeling. Ieder kind is dan ook meerdere keren in zijn/haar schoolloopbaan de jongste, middelste of oudste binnen een sociale groep. Hierdoor worden de sociale ervaringen breder en zijn de mogelijkheden om hulp te geven of te krijgen optimaal. De pilot om een deel van onze 3-jarige peuters mee te laten draaien in de onderbouw sluit dan ook naadloos aan op de visie van Maria Montessori. De dagindeling en onze werkwijze staat beschreven in het pedagogisch werkplan. Deze is te vinden op onze website. www.deplotter.nl/kov