Op ons kindcentrum werken we handelingsgericht. Handelingsgericht werken is een vaste en doordachte manier van werken die ons helpt om elk kind zo goed mogelijk te ondersteunen in zijn of haar ontwikkeling.

We kijken goed naar wat een kind nodig heeft om te kunnen leren en groeien. Daarbij letten we niet alleen op wat er moeilijk gaat, maar juist ook op wat er al goed gaat. We stemmen het onderwijs hierop af, zodat elk kind passend onderwijs krijgt.

Wat betekent dat in de praktijk?

Handelingsgericht werken zorgt ervoor dat we als team duidelijk en gestructureerd samenwerken. medewerker, kwaliteitscoördinatoren en andere deskundigen werken volgens een aantal uitgangspunten. Die helpen ons om het onderwijs en de begeleiding van kinderen zo effectief mogelijk te maken.

Deze uitgangspunten zijn;

  • De ontwikkelingsbehoeften van het kind staan centraal: wat heeft het kind nodig om goed te kunnen leren?
  • We stemmen af met elkaar en kijken naar de wisselwerking tussen kind, medewerker en omgeving.
  • Wij maken met elkaar het verschil. Medewerkers, kind en ouders werken samen, indien nodig met externen
  • We kijken naar kansen en versterkende factoren
  • We werken doelgericht: we stellen duidelijke doelen voor elk kind. In samenspraak met het kind. Op leren, welbevinden en sociaal functioneren
  • We werken systematisch en open: we leggen uit wat we doen en waarom.

Deze manier van werken gebruiken we op alle niveaus binnen de kindcentrum en bij het inschakelen van extra hulp of onderzoek. Het helpt ons om de juiste keuzes te maken, passende begeleiding te bieden en samen met ouders te blijven volgen hoe het met hun kind gaat.

De vijf niveaus van ondersteuning

Binnen handelingsgericht werken gebruiken we een piramide om de vijf niveaus van ondersteuning weer te geven. Hoe hoger in de piramide, hoe meer ondersteuning en overleg er nodig is.

Deze niveaus zijn:

  • Sterk basisaanbod
  • Specifieke afstemming binnen de klas (intensivering)
  • Verdere intensivering, extra begeleiding intern dan wel extern
  • Intensieve extra ondersteuning
  • Plaatsing op een andere plek (gespecialiseerd onderwijs).

Hoe werkt het?

We starten altijd met wat een kind nodig heeft binnen de klas. Als dat niet voldoende blijkt, kunnen we expertise inschakelen, bijvoorbeeld observatie en advies van een kwaliteit coördinator of externe deskundige. Als een kind bijvoorbeeld van niveau 2 naar niveau 3 gaat, dan blijft de begeleiding van niveau 2 gewoon doorgaan. Elk niveau bouwt verder op het vorige. Zo stapelen we de begeleiding op, zodat kinderen steeds de begeleiding krijgen die ze nodig hebben.

Waarom doen we dit?

Op deze manier zorgen we ervoor dat elk kind de afstemming krijgt die bij hem of haar past.

Op ons kindcentrum werken we met een stappenplan dat eruitziet als een soort piramide. Deze piramide laat zien hoe we leerlingen begeleiden en ondersteunen.

 ijssel berkel ondersteuningsroute

Niveau 1 – Sterk basisaanbod

Dit is de basis die alle kinderen op kindcentrum krijgen.

Het betekent dat we zorgen voor goed onderwijs in elke klas:

  • Sterk onderwijs vanaf het begin: We bieden een rijk en doordacht aanbod, al vanaf de peuters
  • Leren met plezier en betekenis: Ons aanbod is boeiend, sluit aan bij hoe kinderen  leren en zorgen ervoor dat kinderen actief zijn en nieuwsgierig blijven.
  • Rust, structuur en veiligheid: In onze groepen heerst rust en duidelijkheid. We zorgen voor een fijne sfeer waarin elk kind zich veilig en gezien voelt.
  • Betrokken en deskundige medewerkers: Onze medewerkers  hebben hart voor hun vak. Ze weten wat kinderen nodig hebben om te groeien en helpen hen het zelf te doen
  • Aandacht voor ieder kind: We houden goed in de gaten hoe het met elk kind gaat. Als er iets nodig is, zijn we er snel bij.
  • Taalvriendelijke kindcentrum: We leren kinderen goed Nederlands, maar andere talen – zoals thuistalen – zijn bij ons ook welkom. We waarderen de taal die kinderen van huis uit meekrijgen.
  • We maken gebruik van landelijke protocollen voor het signaleren van dyslexie en dyscalculie.
  • Hiermee zorgen we ervoor dat de meeste kinderen zich goed kunnen ontwikkelen.

Niveau 2 – Extra aandacht binnen de klas (intensivering)

Soms heeft een kind iets meer begeleiding nodig dan het basisaanbod biedt. Bijvoorbeeld:

  • Extra lesje/aanbod
  • Herhaling van het aanbod
  • Een ander soort instructie of herhaalde oefening

Dit gebeurt gewoon binnen de klas, door de eigen medewerker. In dit schema noemen we enkele veelvoorkomende voorbeelden.

Leergebied

Wat zien bij uw kind?

Wat doen we op school?

Taal

Moeite met taal begrijpen

Extra oefenen met teksten en woordenschat.

Lezen/spellen

Lezen gaat langzaam of met veel fouten, spelling is lastig

Extra oefenprogramma’s (Bouw of Ralfi lezen) Ook hulp vanuit het dyslexieprotocol valt onder deze ondersteuning.

Rekenen

Moeite met sommen of behoefte aan meer uitdaging

Extra aandacht voor automatiseren (Rekensprint of Bareka)

Extra uitleg met concreet materiaal, veel herhaling en visuele ondersteuning

Gedrag, werkhouding, taakaanpak

Snel afgeleid, moeite met concentreren of plannen.

Extra structuur en een rustige werkplek.

Meer- en hoogbegaafdheid

Zoekt uitdaging

Minder herhaling van gewone lesstof (compacten)

Uitdagende taal- en rekenactiviteiten voor kinderen die meer aankunnen (verrijken)

Beneden gemiddelde cognitieve ontwikkeling

Heeft meer hulp/instructie nodig om de doelen te behalen.

Intensieve extra individuele instructie en inzet remediërende methoden

Niveau 3 – Verdere intensivering, extra begeleiding

Op niveau 3 bieden we intensievere begeleiding aan kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit kan gaan om leerproblemen (zoals rekenen of taal), een ontwikkelingsvoorsprong, gedrags- of sociaal-emotionele uitdagingen, of fysieke beperkingen.

De begeleiding vindt meestal plaats in kleine setting, soms buiten de klas, en wordt gegeven door de leerkracht of een onderwijsassistent. We werken daarbij doelgericht en op maat, zodat elk kind de kans krijgt zich optimaal te ontwikkelen.

Wie kan hierbij adviseren of ondersteuning bieden?

  • Externe specialisten, zoals een logopedist of fysiotherapeut, medewerkers samenwerkingsverband
  • De leerplichtambtenaar of de jeugdarts van de GGD
  • Organisaties die IQ-onderzoek uitvoeren of ontwikkelingsonderzoek doen

Samen met ouders en adviseurs zoeken we naar de beste afstemming op uw kind. In dit schema noemen we enkele veelvoorkomende voorbeelden:

Leergebied

Wat zien bij uw kind?

Wat doen we op school?

Taal

Moeite met spreken, luisteren, woordenschat of zinsbouw.

Extra uitleg en herhaling tijdens of na de les

Gebruik van concreet en visueel materiaal (zoals picto’s)

Veel modelen (hardop denken) en herhalen van taalgebruik

Lezen/spelling

Lezen gaat langzaam of met veel fouten, spelling blijft lastig

Ondersteuning volgens het dyslexieprotocol

Extra leestijd in kleine groepjes

Rekenen

Aanhoudende moeite met sommen, inzicht of automatiseren

Mogelijk inzet van het dyscalculieprotocol, gericht op aangepaste begeleiding, hulpmiddelen (zoals rekenkaarten of formats)

Meer en hoog begaafdheid

Zoekt uitdaging, soms moeite met motivatie

Verrijken en compacten van reguliere lesstof

Moeilijk lerende kinderen

Langzaam tempo, moeite om de leerstof te begrijpen

Individuele of kleine groepsinstructie

Extra uitleg, oefentijd en herhaling

Kleinere doelen en succeservaringen

Fysieke beperkingen

Slecht horen of zien, moeite met bewegen

Gebruik van aangepaste materialen of hulpmiddelen (bv. vergrotingen, luisterhulpmiddelen)

Gedrag

Impulsief gedrag, werkhoudingsproblemen of botsingen met anderen

Beloningssysteem (individueel)

Begeleiding bij werkhoudingsproblemen

Niveau 4 – Intensieve, extra ondersteuning

Soms is extra begeleiding binnen de kindcentrum (niveau 3) niet voldoende om een kind verder te helpen. In dat geval is intensieve, individuele begeleiding nodig (niveau 4).

We schakelen dan expertise in van buiten de klas of buiten het kindcentrum. Vaak gebeurt dit in overleg met het Samenwerkingsverband (SWV), dat scholen ondersteunt bij het vinden van passende begeleiding.

Wat houdt dit in?

  • Er wordt samen gekeken wat het kind én de medewerker nodig heeft
  • De begeleiding vindt meestal één-op-één plaats, en blijft waar mogelijk op de eigen groep
  • Aanvraag bij het kindcentrum bestuur voor extra financiële middelen
  • Aanvraag bij het samenwerkingsverband voor een mogelijke deeltijd plaatsing DaVinci

Wie kunnen hierbij betrokken worden?

  • Behandelaren bij dyslexie of dyscalculie
  • Speciale onderwijsinstellingen zoals Kentalis (taal/spraak) of Koninklijke Visio (slechtziendheid)
  • Experts van het Samenwerkingsverband IJssel|Berkel
  • Experts vanuit het speciaal onderwijs of andere zorgpartners

Zo zorgen we er samen voor dat ieder kind de afstemming krijgt die het nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen. In dit schema noemen we enkele veelvoorkomende voorbeelden.

Leergebied

Wat zien bij uw kind?

Wat doen we op school?

Vermoeden van Taalontwikkelingsstoornis (TOS)

Beperkte taalontwikkeling, moeite met praten of taal begrijpen

Begeleiding door een taalexpert (bijv. vanuit Kentalis)

Lezen/dyslexie

Lezen gaat traag of met veel fouten, spelling blijft lastig ondanks extra oefening

Ambulante begeleiding dyslexiezorg

Rekenen / Dyscalculie

Blijvende ernstige rekenproblemen, ondanks eerdere extra hulp

Aangepast lesprogramma

Onderzoek naar dyscalculie

Moeilijk lerende kinderen

Traag leerproces, moeite met abstracte leerstof

Aangepast lesprogramma

Waar nodig ambulante begeleiding

Fysieke beperkingen

Slecht horen of zien, motorische beperkingen

Aangepast lesprogramma

Waar nodig ambulante begeleiding

Gedrag

Snel afgeleid, moeite met plannen, concentratie, externaliserend gedrag

Begeleiding door gedragsspecialist

Intensieve begeleiding van kinderen met uitdagend gedrag

Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP)

Wanneer een kind intensieve, individuele ondersteuning nodig heeft op kindcentrum (niveau 4), stellen we samen een Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op. Dit plan beschrijft de doelen voor je kind en welke ondersteuning nodig is om die te bereiken.

Belangrijk daarbij is dat we dit samen doen met ouders en kind. In het OPP leggen we duidelijk vast: wie doet wat, waarom, hoe en wanneer? Zo weet iedereen wat er verwacht wordt en werken we als team aan de ontwikkeling van uw kind.

De afspraken in het OPP kunnen verschillen per kind. Soms is de begeleiding licht en tijdelijk, soms is die intensiever of structureel. Het plan helpt ons om de begeleiding goed af te stemmen op wat uw kind nodig heeft.

Hoorrecht bij ontwikkelingsperspectiefplan

Zowel de ouders als het kind, mogen meepraten over de extra begeleiding die wij als kindcentrum aan het kind willen bieden. Dat noemen we het hoorrecht. Hoe de hulp of ondersteuning voor uw kind eruit gaat zien schrijven we op in een plan, het ontwikkelingsperspectiefplan. Als we zo’n plan maken, zullen we u daar altijd bij betrekken en uw mening opschrijven. U hebt als ouders het recht om in te stemmen met het handelingsdeel van het plan. Ook uw kind vragen we wat het van het plan vindt en ook dat wordt in het plan opgeschreven.

Niveau 5 – Plaatsing op een andere plek (zoals speciaal onderwijs)

In sommige gevallen bespreken we samen met het samenwerkingsverband én u als ouders of een andere reguliere kindcentrum in de wijk beter past bij de ondersteuningsbehoefte van jullie kind. Het kan ook zo zijn dat een kind beter tot zijn recht komt in een meer gespecialiseerde vorm van onderwijs, zoals speciaal onderwijs (SO) of speciaal basisonderwijs (SBO).

We proberen u als ouder dus zo vroeg mogelijk te betrekken zodat u kunt meedenken over de hulp aan uw kind. Ook als u zelf zorgen heeft, willen we graag dat u dit deelt met kindcentrum. Je kunt dit het beste bij de medewerker aangeven. De medewerker kan dan samen met u bekijken wat er nodig is en of er extra overleg nodig is met bijvoorbeeld de kwaliteitscoördinator. Zo zorgen we er samen voor dat uw kind de afstemming krijgt die bij hem of haar past.