Toetsen en kindwerkdossier
Door goed te observeren krijgt de groepsleerkracht inzicht in de ontwikkeling van uw kind en de hulp die hij/zij daarbij nodig heeft. Dagelijks wordt genoteerd waaraan ieder kind heeft gewerkt en hoe dat is gegaan. Dit betekent dat wij uw kind goed op zijn eigen niveau doelen kunnen aanbieden en kunnen volgen. Bevindingen leggen wij vast in het kindprofiel van uw kind dat tevens het verslag en onze verantwoording en beoordeling is. Deze ontvangt u twee keer per jaar voorafgaand aan het 10 minutengesprek.
Kinderen verzamelen bewijslast voor behaalde doelen in hun kindwerkdossier. Hiermee laten zij zien wat zij hebben gedaan en hebben geleerd de afgelopen periode op het gebied van personalisatie, socialisatie en kwalificatie. Dit kindwerkdossier vormt de basis voor het 10 minutengesprek.
In de bovenbouw zijn alle gesprekken met kinderen en ouders. In de bovenbouw geldt dat alle gesprekken met ouders en kinderen zijn. Wij noemen dit omgekeerde tien minutengesprekken. In de middenbouw en onderbouw zijn de gesprekken in november en de gesprekken in juni met kinderen. In maart kiezen wij ervoor deze gesprekken met alleen de ouders te voeren.
Vanaf groep 3 worden alle kinderen twee keer per jaar (in januari en juni) getoetst in lezen, rekenen, begrijpend lezen en spelling. Hiermee kijken we hoe de kennis van onze kinderen is ten opzichte van het gemiddelde kind in Nederland. De toetsen gebruiken wij naast onze eigen observaties en prestaties van de kinderen tijdens het werken als middel om te kunnen analyseren wat goed gaat en waar aan gewerkt moet worden. Dit kan betekenen dat er extra gehandeld wordt door de groepsleerkracht. Dit kan tijdelijk zijn, maar ook structureel. We blijven bij de toetsen altijd kijken naar de individuele ontwikkeling van het kind met zijn of haar mogelijkheden. Afstemming op de mogelijkheden van kinderen wordt altijd met de ouders doorgesproken.